De test wordt gedaan om te zien of er mogelijk sprake is van prostaatkanker.
De test meet de hoeveelheid Prostaat Specifiek Antigeen (PSA) in het bloed.
Als het PSA in het bloed verhoogd is, kan dit wijzen op prostaatkanker, maar dat hoeft niet zo te zijn. Het PSA is namelijk ook verhoogd bij een ontsteking van de prostaat (prostatitis) en bij goedaardige aandoening van de prostaat (benigne prostaat hypertrofie, en BPH). BPH betekent dat het prostaatweefsel actiever is dan normaal, maar dat er geen sprake is van kanker. Verder kunnen lichte verhogingen van PSA gezien worden bij mensen van Afrikaans-Amerikaanse oorsprong. Bij iedere man zal het gehalte aan PSA in het bloed langzaam stijgen met de leeftijd.
Laat vanaf 35 of 40 je PSA-waarde bepalen. Belangrijk om te weten is dan ook dat iedere man een individuele uitgangswaarde voor PSA bezit. Deze waarde zou eigenlijk iedere man van 45 moeten kennen. Mannen, waarvan naaste familieleden lijden aan prostaatkanker, zouden eigenlijk al bij 35 of 40 jaar een test moeten laten doen.
Dat er iets mis is, merkt men zonder test vaak pas wanneer het al te laat is. Mogelijke symptomen, zoals een zwakke urinestraal en veelvuldige plasaandrang komen vaak voor bij een en goedaardige prostaatvergroting en (Benigne Prostaat Hyperplasie, BPH). Een verhoogde PSA-waarde kan verschillende oorzaken hebben. Er kan sprake zijn van een ontsteking, maar er kan ook een goedaardige of kwaadaardige tumor aanwezig zijn.
In negen van de tien gevallen is prostaatkanker te genezen als men het vroegtijdig ontdekt.
PSA is momenteel de belangrijkste substantie in het bloed om prostaatkanker vast te stellen. Sinds de ontdekking (pas in 1971 werd PSA voor het eerst gevonden) is men dit steeds vaker gaan onderzoeken en dit heeft geleid tot een forse toename van het aantal vroeg ontdekte prostaatkankers. Echter, spoedig bleek ook dat niet bij alle vormen van prostaatkanker het PSA verhoogd is en dat lang niet iedere verhoging ook gepaard gaat met kanker.
Bij waarden in het grijze gebied (zie ook waarden en interpretatie) is het nuttig om ook de verhouding tussen vrij PSA en totaal PSA (free ratio) te meten. Als deze waarde kleiner is dan 0,25, neemt de waarschijnlijkheid voor prostaatkanker toe. 1 op de 6 patiënten met een waarde van minder dan 0,25 heeft daadwerkelijk prostaatkanker.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de meeste levensbedreigende prostaattumoren erg langzaam groeien. Hierdoor stijgt het PSA slechts langzaam. De invloed van prostaatvergroting en -ontsteking is dan zo groot dat het vermogen om agressieve tumoren te voorspellen aan de hand van een verhoogd PSA-gehalte geheel verdwenen is.
De interpretatie van de PSA-uitslag is niet eenvoudig want met de leeftijd neemt het PSA-gehalte in het bloed toe, zonder dat er sprake hoeft te zijn van enige afwijking aan de prostaat. Boven de 50 jaar blijken 2 op elke 10 mannen (20%) een verhoogde PSA-waarde te hebben. Die verhoogde waarde kunnen op prostaatkanker wijzen, maar komt ook voor bij een goedaardige prostaatvergroting, een urineweginfectie of een prostaatontsteking. Daarom is bij een verhoogde PSA-waarde altijd aanvullend onderzoek nodig. Echter, hoe hoger de PSA-waarde is, des te aannemelijker het is dat er sprake is van prostaatkanker.
Met het ouder worden en het groeien van de prostaat zal ook het PSA stijgen.
Wanneer de PSA totaal groter dan en 4.0 dan kan vrij PSA worden toegevoegd.
Vanaf een waarde groter dan 10 is dit aan te bevelen.
Terug naar overzicht
Andere klanten kochten ook
Schrijf een reactie
kan de test het verschil detecteren tussen 0.01 en 0.02 ng /ml?
Als vrij PSA uitgevoerd is dan kan er samen met PSA totaal dus de ratio uitgerekend worden.
Bij GEEN afwijkende uitslag van PSA totaal wordt er dus GEEN ratio berekend aangezien dan de vrij PSA niet berekend is.
0,7 is dus goed.